De ernstigste complicatie is pulmonale embolie (PE), veroorzaakt door gedeeltelijke of totale vernietiging van het arteriële netwerk van de longen. Dit gebeurt wanneer het stolsel, dat verantwoordelijk is voor de DVT, in de bloedsomloop terechtkomt. De mortaliteit als gevolg van longembolie blijft hoog.
De klinische tekenen van longembolie zijn ook nogal aspecifiek:
Tests van D-dimeren kunnen worden uitgevoerd om een diagnose van PE uit te sluiten. Beeldvorming (spirale CT-angiografie) biedt een duidelijke diagnose.
Posttrombotisch syndroom is de meest voorkomende complicatie van DVT. De symptomen zijn de volgende en kunnen matig van aard zijn:
Ten slotte kan de aandoening opnieuw voorkomen. Recidief komt vaker voor wanneer de risicofactor, die het oorspronkelijke voorval heeft veroorzaakt, definitief is (bijvoorbeeld kanker) in vergelijking met situaties waarbij dergelijke factoren tijdelijk zijn. Bovendien kan de afwezigheid van een residuele trombus, gecombineerd met normale D-dimeergehaltes 3 tot 4 weken na aanvang van de behandeling, duiden op een klein risico op recidief.